Waar is mijn TELEFOON?

Vroeger zaten telefoons keurig in tassen en rugzakken. Dat moest wel, want ze pasten toen nog niet in broekzakken. De telefoon werd vroeger alleen uit zijn schuilplaats gehaald bij noodgevallen. Best logisch, waarom zou je anders je veel te grote mobiel (met antenne) tentoonstellen aan de wereld? Ja, vroeger was alles anders. Niet beter, gewoon anders.

Tegenwoordig lijken mensen wel vergroeid aan hun telefoon. Mobieltjes zitten niet meer keurig in tassen, maar worden in en op handen gedragen. Op straat houden mensen zich zo krampachtig vast aan hun telefoon, dat het lijkt alsof het mobieltje een bron van evenwicht voor ze is. Talloze ongelukken worden veroorzaakt door mensen die gehypnotiseerd kijken naar het scherm van hun telefoon in de angst om een bericht te missen en in de hoop er spoedig een te ontvangen.

Vroeger bofte je als je een mobiele telefoon had. Ik kreeg mijn eerste mobiele telefoon toen ik naar de middelbare school ging. Omdat we toen nog in een dorp woonden, was de middelbaren school tien kilometer van mijn huis verwijderd, dus mijn ouders wilden zeker weten dat ik ze zou kunnen bereiken in noodgevallen. Als ik er alleen al aan terugdenk voel ik weer hoe trots en blij ik op dat moment was, ook al kon het mobieltje echt niks (behalve bellen en SMSen). Zeker weet ik het niet, maar volgens mij had mijn eerste telefoon niet eens spelletjes. Het schermpje was slechts groot genoeg om de eerste zin van een sms te kunnen lezen. Tegenwoordig hebben eersteklassers smartphones (met internet!).

Vroeger was een mobiele telefoon nog gewoon een telefoon of een mobieltje. Tegenwoordig praten we over Blackberry’s, iPhone’s en HTC’s. Dat moet ook wel. De telefoon is zo gewoon geworden, dat hij niet meer weg te denken is in het dagelijks leven. Zelfs niet uit het dagelijks leven van de ‘armen’ onder ons. Nu er geen status meer verkregen kan worden door het uberhaupt hebben van een mobiele telefoon, moet er gecompenseerd worden met merknamen. Als je een A-merk telefoon hebt, moet iedereen dat weten. Mensen met een B-merk mobieltje of een mobiel van nog lagere rangorde hoor je nooit vragen: ‘hè, waar is mijn Alcatel/Foony/Emperia?’

De specificatie in merken lijkt onnozel. De meeste mensen hebben immers maar een mobiel, hoe kan er dan verwarring ontstaan over hetgeen waarnaar ze refereren? Zelf blijf ik daarom mijn mobieltje hardnekkig telefoon noemen, ook al merk ik dat het soms voor verwarring zorgt. Als ik in gezelschap ben en ik vraag of iemand mijn telefoon gezien heeft, wordt er een speurtocht ingezet naar een B-merk mobieltje. Misschien ben ik daar gewoon wat ouderwets in. Ik merk dat ik ook op andere gebieden hardnekkig blijf vasthouden aan oude gewoontes. Ik ga bijvoorbeeld niet naar de faculteit, maar gewoon naar school. Net zoals ik gewoon mijn spijkerbroek aantrek en niet mijn Levi’s.

Comments are closed.