Help, ik heb een diploma!

Disclaimer: Dit is niet een grote pity party, maar slechts een beknopte chronologische weergave – doordrenkt van cynisme – van gebeurtenissen in mijn afwezige periode (die ongeveer drie jaar telt, oops).

Daar zat ik dan. Na een jarenlange strijd van vechten tegen luiheid en deadlines was het eindelijk voorbij. Het laatste tentamen was gemaakt, de scriptie ingeleverd en de boeken opgeborgen. De EC’s telden langzaam op tot 60. Het papiertje dat bewijzen moet dat ik een meester in de wetenschappen ben, was onderweg. Een stukje papier wat mijn bijbaantje ineens “echt onder mijn niveau” maakte volgens mensen. Een combinatie van letters waarin de belofte lag dat ik de afkeuring van de maatschappij zou genieten als ik niet aan hun verwachtingen zou voldoen. Het moge duidelijk zijn dat ik mijn geluk niet opkon.

Mijn neus bevond zich nu ineens niet meer in de studieboeken, maar voor mijn laptop. Zoekend naar vacatures. Bloggen was er niet meer bij, want de puf om te schrijven was verschoven van scripties naar sollicitatiebrieven. Het was tijd om het vertrouwde studentenleventje om te ruilen voor een nog onbekende toekomst. Een avontuur waar ik vol goede moed en hoop aan wilde beginnen.

Maar…

Voordat ik een duik zou nemen in het volwassen leven der full-time werkenden, besloot ik om er eerst nog eens lekker tussenuit te gaan. Ik vertrok naar een land waar meer kerken zijn dan mensen, waar voetbal een vorm van religie is, waar de lokale bevolking net zo lui is als ik en waar de woorden ‘vroeg opstaan’ en ‘werken’ onder vloeken vallen. Een land naar een deel van mijn hart. Hier kreeg ik bij aankomst halve liter glazen met alcoholische substanties in mijn handen gedrukt door locals, baadde ik in een warm water bron midden in de bergen en tankte ik ‘about tree fiddy’ – de South Park referentie mag natuurlijk niet missen – aan benzine in een huurauto. Dat was dus de hele tweeweekse vakantie. BAM. Nee, OK. Highlights, dit dat.

Eenmaal teruggekeerd in Nederland bewapende ik me met een Sherlock Holmes petje en een vergrootglas. Die vacatures konden niet meer ongezien wegkomen. Elk hoekje van het internet afspeurend, met emoties die wisselden van hoopvol tot enthousiast tot wanhopig, kwam ik tot de conclusie dat ik:

  1. Ondanks zoveel jaar studie geen flauw idee had of ik de kennis om zou kunnen zetten naar iets wat praktisch toepasbaar was.
  2. Altijd ondergekwalificeerd of overgekwalificeerd, maar nooit gekwalificeerd genoeg was (de arbeidsmarkt kent het einde van Goudlokje en de drie beren blijkbaar niet).
  3. Na het lezen van talloze vacatures niet het meest enthousiast werd van banen in mijn eigen afstudeerrichting.
  4. Verliefd werd op het idee dat ik nog zoveel te leren had en dat de beste manier hiervoor een tweede masteropleiding zou zijn.

Vluchtgedrag? Misschien. Jazeker. Het is niet alsof ik na nog een jaar studeren ineens wel precies zou weten wat voor loopbaan ik eigenlijk wil hebben. Of hoe ik theorie om moet zetten in praktijk. Dit heb ik nooit ontkend, maar vreemd genoeg maakte dat niks uit. Ik was vastbesloten.

En toch… Ergens – ja, stiekem ergens – was er de hoop dat daarna het allemaal anders zou zijn. Niet alleen de arbeidsmarkt, de omstandigheden, maar ikzelf ook. Beter, gemotiveerder, slimmer, succesvoller, jesnapthetidee.

Of dat allemaal ook het geval was lees je volgende week. 

Comments are closed.